Voeg de printer toe die u configureert. De volgende stappen zijn gebaseerd op Mac OS X 10.8. Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, kunnen het menu en de stappen verschillen.
Als uw printer reeds is weergegeven als 'EPSON XX-XXXX AirPrint', selecteert u de printer en klikt u vervolgens op [-] om te verwijderen.
Klik op [+] en selecteer vervolgens [Voeg printer of scanner toe].Selecteer geen printer die wordt weergegeven in dit menu. Door het selecteren van het menu voor toevoegen van printer, kunt u de Epson-printerdriver selecteren.
Selecteer de printer die u wilt registreren in de lijst.Bevestig het verbindingstype voor de printer in [Soort] en selecteer vervolgens de printer.
Klik op [Gebruik] en selecteer vervolgens 'EPSON XX-XXXX'.Voor het gebruiken van alle functies van de printer, selecteert u Epson-printerdriver. Als u 'Secure AirPrint' of 'AirPrint' selecteert, kunt u alleen de basisfuncties van de printer gebruiken.
Klik op [Voeg toe].
Controleer of de printer is geregistreerd en sluit vervolgens het scherm.